SARATAN: Martya Xwar
English:
Nederlands: De aangekondigde mix van death/thrash metal met oriëntaalse elementen intrigeerde me wel. En dit voor een Pools trio dat normalerwijze toch geen ‘roots’ in etnische muziek heeft. Saratan bracht eerder twee albums uit via My Kingdom Music: ‘The Cult Of Vermin’ (2008) en ‘Antireligion’ (2010). Nu is ‘Martya Xwar’ het debuut voor Massacre. De band ontstond al in 2003, in Krakow en Saratan betekent ‘kanker’ in het Arabisch.
Buiten kijf staat dat het drietal een meer dan gemiddelde virtuositeit op hun instrumenten etaleert. De vingervlugge solo’s en plotse breaks zouden niet misstaan bij een progressieve metal band en men weet daar heus indruk mee te maken. Bovendien is de productie top. Het album werd in vijf verschillende studio’s in Polen en Duitsland opgenomen. Mix en mastering waren in de bevoegde handen van V. Santura die al met veel grote bands werkte, o.a; Triptykon, Obscura en Eluveitie.
Het geraffineerde oosterse intro ‘Taj-e Sabra’ gaat plots over in de harde riffs van ‘Mastema’. Even zingt een oosterse fraulein er doorheen, maar dan schiet brulboei Jarek Niemiec los, tevens de bassist. De stompende thrash metal met gierende gitaren doet me aan Machine Head denken. Horen we daar sax of een vervormde gitaar in het begin van ‘Verminous Disease’? Het wordt een wildhakkend nummer met wat fladderende oosterse klanken en toffe instrumentale passages. Etnische percussie en mysterieuze klanken starten ‘Ba’al Zevuv’, dan volgt er gespierde metal met ietwat geconstipeerde brulzang. Deze wordt op den duur wel wat eentonig. Het strakke gedeelte met zwaarwichtige orkestratie boeit, maar het wordt me ook duidelijk dat dit album niet door een trio gemaakt is, maar aangevuld met vele studiofoefjes. De lengte van het zeven minuten durende ‘Silent Sound Of Mourning’ wordt helaas wat minder inventief benut. Het begin met diffuse, uitwaaierende gitaarklanken is tof, maar het stompende vervolg wordt eentonig. Soms doet het wat doomachtig aan en pardoes in het midden is een intermezzo met alleen klassieke piano. Trouwens die oosterse invloeden zijn ook een beetje lukraak tussen alle heftigheid geplaatst, zodat ze samen nog geen smeuïg geheel vormen zoals bijvoorbeeld bij Orphaned Land. ‘God That Disappears’ klinkt mechanisch en lijkt nog het meest op een aardbeving of het gevoel wanneer je te dicht bij de boxen staat op een festival en iedereen een moshpit tracht te creëren. Het laatste nummer ‘Asmodea’ is instrumentaal en toont wederom aan dat dit geen beginners zijn. Toch zijn er dus wel wat opmerkingen, zoals gezegd, maar zeker een interessante poging tot originaliteit.
Tracklist:
Taj-e Sahra (1:34) Mastema (4:38) Verminous Disease (4:15) Ba’al Zevuv (4:53) Silent Sound Of Mourning (7:20) The Sacred Path Of Martya Xwar (5:10) God That Disappears (3:53) Asmodea (5:17)
| Musicians:
Jarec Niemiec: vocals, bass Adam Augustynski: guitars Michal Stefanski: drums
|
Geplaatst door Vera op zondag 10 februari 2013 - 21:14:59
Reageren is uitgeschakeld
|